De demonstratie van de Housing Action Day in Brussel

Op 31 maart trekken we door het centrum van Brussel om toegang tot degelijke en betaalbare huisvesting te eisen voor alle Brusselaars, ongeacht hun afkomst, inkomen, geslacht of administratieve situatie. De betoging zal langs een aantal symbolische locaties voor huisvesting en stedenbouw in Brussel trekken: Station Graaf van Vlaanderen, Witte Van Haelenbrug, Het Klein Kasteeltje, Het Groot Gasthuis, Het Begijnhof, Het Sint-Katelijneplein, Voetgangerszone en Het Brussels Parlement. Hieronder lichten we enkele problemen en processen toe die zich in dit snel veranderende gebied manifesteren. 

We zitten midden in een verkiezingsperiode die gekenmerkt wordt door stijgende huurprijzen, een bevolking die armer wordt en de ontwikkeling van grote vastgoedprojecten en toerisme in het stadscentrum waardoor bewoners naar de rand van de stad verdrongen worden. Het is dan ook meer dan ooit nodig om op te komen voor een stad die zich aanpast aan de wensen en behoeften van de mensen die er wonen. Opvallend en veelzeggend: de betoging mocht niet door de voetgangerszone trekken en eindigen aan de Beurs zoals oorspronkelijk gepland. De reden hiervoor? Het is geen plek om aan politiek te doen, maar voor recreatie en toerisme…

Op 31 maart eisen we samen luid en duidelijk ons recht op huisvesting en op de stad op!

  • Vertrek van de betoging om 15u30 vanaf station Graaf van Vlaanderen in Molenbeek
  • Alle praktische informatie hier: https://www.facebook.com/events/7290464937681758/

De route van de betoging

1. Station Graaf van Vlaanderen in Molenbeek

De optocht begint in het hart van het oude Molenbeek. Dit is de bakermat van de Brusselse industrie. Tijdens het eerste kwart van de 19e eeuw kwamen honderden arbeiders werken in de fabrieken die de wijk de bijnaam "Klein Manchester" gaven. Het kanaal naar Charleroi werd voltooid in 1832 en zorgde voor de aanvoer van steenkool. Aan het einde van de jaren 1960 sloot de Belgische regering arbeidscontracten met Spanje (1956), Griekenland (1957) en Marokko (1964) af. Arbeidsmigranten stroomden toe en vestigden zich in de volkswijken bij het kanaal. Maar de deïndustrialisatie klopte op de deur en de fabrieken sloten, waardoor een beroepsbevolking achterbleef die niet was aangepast aan de tertiarisering van de economie.

Het metrostation Graaf van Vlaanderen dateert uit de jaren 1980 en de komst van de metro ging gepaard met het openbreken van de wijk en gedwongen onteigeningen waardoor de privésector de grond kon herwaarderen. De bouw van het station liet bijna twintig jaar lang een gapend gat achter. Vandaag wordt dit ingevuld door woningen voor de middenklasse, waaronder een groot aantal Citydev-eenheden. Deze woningen zijn gebouwd op openbare grond met financiële steun van de overheid, en worden vervolgens weer op de particuliere markt gebracht. Dit soort woningen zullen overal langs het kanaal worden neergezet met als doel een sociale mix te creëren in de zogenaamde armste wijken. Er wordt een revitaliseringsbeleid aangekondigd en wijkcontracten getekend en de renovatiewerkzaamheden vorderen, maar ondertussen blijven mensen die in armoede leven arm. Erger nog, hun huurprijzen stijgen en het wordt steeds moeilijker de huur te betalen.  In het begin van de jaren 2000 werd het kanaal voorgesteld als een barrière die moest worden opgeheven zodat de linkeroever (Gandsesteenweg) kon profiteren van het Dansaert-effect (rechteroever) met zijn chique boetieks en trendy cafés. Geleidelijk aan ging de verandering in de bebouwing gepaard met een sociologische transformatie: biologische winkels, showrooms voor trendy fietsen, ambachtelijke bakkerijen, ontwerpers... In 2010 werd Oud Molenbeek het epicentrum van het Kanal-festival en in 2014 kreeg het de pompeuze naam "Culturele Metropool". In 2010 werd Oud Molenbeek het epicentrum van het festival Kanal en in 2014 kreeg het de pompeuze naam "Culturele Metropool". Dit alles zorgt ervoor dat de wijk een ander publiek aantrekt: mensen met een artistieke en culturele achtergrond, jonge volwassenen met een universitaire opleiding, werknemers uit de tertiaire sector... Kortom, sociale groepen met een economisch en cultureel kapitaal dat sterk verschilt van dat van de meerderheid van de wijkbewoners. 

Aan de achterkant, rond het parvis Saint Jean-Baptiste, wonen in de wijken nog steeds vooral mensen met een laag inkomen en een hoge werkloosheid (vooral onder jongeren) die opeengepakt zitten in huizen die vaak nog steeds vervallen zijn ondanks het revitalisatiebeleid. Ze hebben echter het voordeel dat ze dicht bij het stadscentrum blijven. Maar voor hoe lang nog? De grootschalige vastgoedontwikkelingen die we zien (îlot Besix, Dépôt Design, Sainctelette, enz.) wakkeren de speculatie in de wijk aan, terwijl de schreeuwende behoefte aan goedkope woningen en gemeenschaps-/openbare voorzieningen en diensten (crèches, onderwijsondersteuning, opleidingsfaciliteiten, openbare ruimtes, groene ruimten, enz.

Aan de achterkant, rond het voorplein Saint Jean-Baptiste, wonen in de wijken nog steeds vooral mensen met een laag inkomen en met een hoge kans op werkloosheid (vooral bij jongeren). Zij zitten  opeengepakt in huizen die ondanks het revitalisatiebeleid vaak nog steeds vervallen zijn. Voorlopig kunnen zij nog genieten van de voordelen die de nabijheid tot het stadscentrum biedt, maar voor hoe lang nog? De grootschalige vastgoedontwikkelingen (îlot Besix, Dépôt Design, Sainctelette, enz.) wakkeren de speculatie in de wijk aan, ondanks de enorme behoefte aan goedkope woningen en gemeenschaps-/openbare voorzieningen en diensten (crèches, onderwijsondersteuning, opleidingsfaciliteiten, openbare ruimtes, groene ruimten, enz.) 

Oorspronkelijke tekst: Inter-Environnement Bruxelles, "Navigation entre les rives (anti)spéculatives du canal"

2. Witte Van Haelenbrug: Het Kanaalplan

Het Kanaalplan, dat in 2014 werd gelanceerd door het Brussels Gewest, heeft tot doel de gebieden rond het Brusselse Kanaal te ontwikkelen en te renoveren. In vergelijking met andere grote steden komt de stedelijke transformatie door middel van grote vastgoedprojecten in Brussel relatief laat op gang. Projectontwikkelaars en overheidsinstanties slaan de handen in elkaar om van de kanaalzone, die van oudsher bedoeld was voor de industriële activiteiten van Brussel, een een plek te maken voor wonen en vrije tijd. Onze centrumwijken zijn te arm en moeten worden 'gerevitaliseerd' zodat er een bredere ‘sociale mix’ komt. Vandaag lijkt deze ambitie nog ver weg, met torens die worden neergeplant op grond die tot voor kort werd gebruikt voor industrie en vrijetijdsactiviteiten, winkels en dure woningen die mensen uit volkswijken verdrijven. 

Een korte geschiedenis: In 1561 werd het kanaal van Willebroeck ingehuldigd om Antwerpen en Brussel met elkaar te verbinden en zo de meanderende Zenne te omzeilen. In het begin van de 19e eeuw, op het hoogtepunt van de industriële revolutie, werd het kanaal verlengd tot Charleroi en doorkruiste het Brussel over een afstand van 14 km. Vandaag passeert er jaarlijks 7 miljoen ton goederen via het kanaal, de helft minder dan in 1970, wat het verval van industriële activiteit illustreert. 

Met het Kanaalplan wilt de regio de bevolkingsdichtheid verhogen door de bouw van massawoningen. Grote vastgoedontwikkelaars worden aangetrokken door de kans om hoge torens en nieuwe consumptieplaatsen te bouwen. Z Ze zien de aangrenzende volksbuurten als te revitaliseren "getto's" en voormalige industriële braakliggende terreinen die heroverd moeten worden door de overheid, ontwikkelaars, creatievelingen en toeristen van allerlei slag. De prijzen stijgen en de arbeidersklasse verdwijnt naar de rand van de stad: het is een klassiek voorbeeld van het fenomeen gentrificatie en sociale uitsluiting. Deze transformatie begon in 1998 met de komst van de KBC, gevolgd door Brussel Bad in 2002, de renovatie van Tour et Taxis vanaf 2009 en de voltooiing van de hoogste luxe woontoren, de 140 m hoge UP-site toren, gebouwd door Atenor in 2014. Van de projecten die nog moeten worden voltooid, bestaan 'Lake Side' en 'Park Lane' (ontwikkeld door Nextensia) uit niet minder dan twintig nieuwe blokken, waarvan sommige 100 tot 150 m hoog zullen zijn. Deze blokken zullen voornamelijk plaats bieden aan middenklasse- en luxewoningen, kantoren en winkels. 

Het type ontwikkeling van land en onroerend goed dat door het Kanaalplan wordt gestimuleerd, betekent dat we in veel opzichten aan het kortste eind trekken. Vooral de terugkeer van havenactiviteiten naar stedelijke gebieden komt in het gedrang. De Haven van Brussel heeft moeite om de legitimiteit van de havenactiviteiten in een stedelijke omgeving te waarborgen, activiteiten die een verschuiving van het wegverkeer van en naar de haven naar het waterwegvervoer kunnen bieden. Openbare ruimtes worden getransformeerd door middel van wijkcontracten en stadsvernieuwingsprojecten (CRU) in de hoop een domino-effect te creëren door de wijken langs het kanaal te "heroveren", maar dit leidt geleidelijk tot de privatisering van openbare ruimtes. Deze projecten commercialiseren de stedelijke ruimte en verdrijven bewoners ten gunste van een nieuwe "exclusieve" levensstijl. Dit leidt tot een verkleining van de openbare ruimte die zogenaamd nieuw leven wordt ingeblazen ten gunste van iedereen.

Tegen de gevoelens van machteloosheid die dergelijke projecten kunnen oproepen, wil de Housing Action Day-beweging eraan herinneren dat het mogelijk is om collectief in actie te komen, om beleidsmaatregelen te eisen die de stijging van de huurprijzen en de grondaankoop controleren, en om meer sociale woningen te eisen.

Tekst grotendeels geïnspireerd door: Inter-Environnement Bruxelles, « Navigation entre les rives (anti)spéculatives du canal »

Voor meer informatie:

3. Het Klein Kasteeltje: De opvangcrisis

Het aankomstcentrum "Klein Kasteeltje", beheerd door Fedasil, is een symbolische plaats voor de opvang van asielzoekers in België (bekend als "aanvragers van internationale bescherming" of "AIB's"). Hoewel de aanvragen er sinds november 2022 niet meer worden geregistreerd (wel bij de Dienst Vreemdelingenzaken op de Pachecoboulevard), is het nog steeds daar dat het recht van AIB's op materiële bijstand en eerste opvang wordt beoordeeld en dat ze een plaats krijgen toegewezen in een aangepaste opvangstructuur. Al meer dan twee en een half jaar wordt België geconfronteerd met een "opvangcrisis", wat betekent dat het niet langer in staat is om alle mensen op te vangen die op zijn grondgebied asielprocedures doorlopen. Dit is nochtans een verplichting volgens het Belgische en internationale recht. In september 2021 moesten sommige AIB's al één of twee nachten in de open lucht doorbrengen. Daarna ging het enkel bergaf en werd er enkel nog opvang voorzien voor "kwetsbare profielen", waardoor veel mensen, vaak alleenstaande mannen, op straat belandden. 

Vanaf september 2022 begonnen Afghaanse asielzoekers zich te vestigen op de brug tegenover het het Klein Kasteeltje, nadat ze uit de omgeving van dit centrum in Brussel Stad waren verdreven. Ondanks de barre winters hielden de kampeerders vol, gesteund door een groep buurtbewoners die spontaan bijsprongen. In februari zwol hun aantal aan na de ontruiming van het "Palais des droits" in Schaarbeek, waar ongeveer 700 vluchtelingen van diverse nationaliteiten hun toevlucht hadden gezocht. Velen van hen zijn herhaaldelijk uitgewezen en vervolgens opnieuw gehuisvest in kraakpanden, maar zitten nu zonder onderdak.

Tegenwoordig zijn er naar schatting 3,000 mensen die recht hebben op opvang door de federale overheid maar deze niet krijgen. Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor ging zelfs zo ver om in september 2023 publiekelijk aan te kondigen dat de opvang van alleenstaande mannen door Fedasil zou worden stopgezet, in strijd met de rechtsstaat en ondanks de ongeveer 9000 veroordelingen van de staat door Belgische rechtbanken en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens tegen de regering.

Deze "opvangcrisis" heeft gevolgen voor de hele huisvestingssector in Brussel en steeds meer in andere steden in het land. Terwijl een groeiend aantal AIB's op straat terechtkomt, zijn de noodopvang- en ondersteuningsstructuren voor daklozen niet in staat om aan de behoeften te voldoen. Dit is slechts een symptoom van de bredere moeilijkheden waarmee migranten, waaronder mensen die intern ontheemd zijn, mensen zonder wettig verblijf en mensen die net hun verblijfsrecht hebben gekregen, worden geconfronteerd in een context waarin betaalbare woningen steeds zeldzamer worden.

Voor meer informatie:

4. Het Groot Gasthuis: Bezettingen en anti-bezettingen

Op 26 februari 2021 werden circa veertig activisten hardhandig gearresteerd door de politie, nadat ze probeerden het gebouw van het Groot Gasthuis, eigendom van het OCMW van de Stad Brussel, te bezetten in het kader van de campagne Solidaire Opvordering. Hun doel was om ongeveer honderd mensen van het collectief Voix des Sans-Papiers, inclusief veel gezinnen met kinderen, onderdak te bieden in het gebouw dat al vier jaar leeg stond. Het idee was om van deze historische en symbolische plek een gastvrije plek te maken voor mensen in de meest kwetsbare situaties. Echter, de overheid weigerde elke onderhandeling en koos voor onmiddellijke repressie in plaats van het recht op huisvesting te respecteren. Dit gebouw was al tweemaal eerder aangevraagd, zowel door Voix des Sans-Papiers als door het Gewest voor het creëren van noodwoningen. Telkens weigerde het OCMW het gebouw beschikbaar te stellen. Om hun gewelddadige optreden te rechtvaardigen, beweerden overheidsinstanties dat ze het gebouw hadden kunnen vrijgeven als het was ingediend in het kader van een door het OCMW uitgeschreven projectoproep. Echter, in deze oproep stond expliciet vermeld dat het verstrekken van woningen niet was toegestaan en dat het OCMW een "innovatief project met sterke sociale en culturele focus" wilde ontwikkelen op de locatie van het Groot Gasthuis. Het was dus onmogelijk om mensen zonder wettig verblijf in dit kader onderdak te bieden.

Bijna vijf maanden later, op 9 juli 2021, heropende het Groot Gasthuis zijn deuren als socio-culturele ruimte ontwikkeld door BVBA Pali Pali. Volgens het bedrijf zelf fungeert Pali Pali als een versneller voor culturele, sociale en gemeenschapsprojecten door ruimtes te creëren, beheren en stimuleren voor uitwisseling en experimentatie. Deze projecten omvatten onder meer yogalessen, kunstenaarsresidenties en een weekend vol festiviteiten in samenwerking met Red Bull.

Achter het geval van het Pacheco-hospitium schuilt een breder fenomeen: de neiging van overheidsinstanties om tijdelijke inrichtingen voor culturele doeleinden in volkswijken te bevorderen, in plaats van een sociaal beleid te voeren dat prioriteit geeft aan huisvesting, wat meer dan noodzakelijk is. Particuliere bedrijven zoals Pali Pali en Entrakt, dat het Circle Park-Citygate complex beheert, zijn actief in het beheren van leegstaande gebouwen en het voorkomen van kraken.

Kraken is niet alleen een politieke daad die het recht op huisvesting benadrukt boven het recht op privé-eigendom, maar ook een noodzakelijke daad voor mensen die zich eenvoudigweg geen huisvesting kunnen veroorloven. Een van de eisen van de Housing Action Day is een einde maken aan uitzettingen zonder herhuisvesting, inclusief uitzettingen uit tijdelijke bezettingen en kraakpanden.

Voor meer informatie:

5. Het Begijnhof: De strijd van mensen zonder papieren

De Begijnhofkerk is een symbolische plek in de strijd van mensen zonder wettig verblijf in België. Sinds het einde van de jaren 1980 werd de kerk herhaaldelijk bezet door groepen en activisten van mensen zonder wettig verblijf, in een poging om onder andere duidelijke en humane regularisatiecriteria te verkrijgen. De meest recente bezetting van de kerk begon in januari 2021 door de Union des sans-papiers pour la régularisation (USPR), samen met de bezetting van een auditorium van de ULB. Tussen eind mei en eind juli gingen meer dan 400 mensen in hongerstaking en de staatssecretaris voor Asiel en Migratie beloofde uiteindelijk om hier een einde aan te maken. Echter, tot grote wanhoop van de betrokkenen en de collectieven van mensen zonder wettig verblijf, werden deze beloften uiteindelijk niet nagekomen. De laatste bewoners werden begin maart 2022 geëvacueerd.

Volgens een recente studie van de VUB wonen er 112.000 mensen zonder wettig verblijf in België, waarvan ongeveer de helft in Brussel. Deze gezinnen worden gemarginaliseerd en extreem kwetsbaar gemaakt door een immigratie- en opvangbeleid dat ronduit schandalig en onmenselijk is. Veel mensen zonder wettig verblijf, al dan niet georganiseerd in collectieven zoals de Voix des Sans Papiers, het Comité des Femmes Sans Papiers of Zone Neutre, hebben hun toevlucht genomen tot het bezetten van leegstaande gebouwen als woonoplossing, waardoor - zij het zeer precaire - eilanden van solidariteit en veiligheid zijn ontstaan voor mensen zonder wettig verblijf en andere personen in een kwetsbare situatie.

Voor de collectieven, organisaties en burgers die deelnemen aan de Housing Action Day, is regularisatie de enige manier om deze tienduizenden mensen in staat te stellen uit de schaduw te treden, hun rechten uit te oefenen en zich te bevrijden van de uitbuiting en het misbruik waarvan ze het slachtoffer zijn. Mensen zonder wettig verblijf zijn de belangrijkste doelwitten van huisjesmelkers, de eerste slachtoffers van gewelddadige uitzettingen. Zonder administratieve erkenning worden ze blootgesteld aan alle misstanden van de huurmarkt zonder dat ze die kunnen aankaarten. Velen van hen zijn ook dakloos.

De Housing Action Day ondersteunt de eisen van migranten zonder wettig verblijf en de verenigingen die hen vertegenwoordigen, en roept de regering op om humane, transparante en permanente criteria te formulerem voor de regularisatie en toegang tot rechten van migranten zonder wettig verblijf. Dit is de enige piste die deze groep toegang tot toereikende huisvesting garandeert.

Voor meer informatie:

6. Het Sint-Katelijneplein: De openbare ruimte herwinnen

Brussel is veranderd. Terrassen hebben pleinen en trottoirs ingenomen. Publieke banken zijn schaarser dan ooit en het drinken van alcohol is illegaal geworden, of toch op straat. Wie geld kan uitgeven, krijgt een bevoorrechte plaats in wat vroeger als openbare ruimte werd beschouwd. De stad en het gewest veranderen zo op exclusieve wijze : commercieel gebruik krijgt voorrang op publiek gebruik. De openbare ruimte wordt vormgegeven door commerciële belangen die langzaam maar zeker lokale bedrijven wegduwen, samen met de mensen die de stad willen gebruiken om te leven. Wie heeft het zeggenschap over de publieke ruimte, louter de commercie ? In de zomer van 2015 besloot Marion Lemesre, ex-schepen voor economie en werk, met het schepencollege om de restaurants op St. Catherine toe te staan hun terrassen uit te breiden van de trottoirs tot op het plein. Vanaf dat moment groeiden ze in omvang, waardoor het karakter van de openbare ruimte volledig veranderde. Bankjes werden verwijderd en de politie stigmatiseerde de jongeren door veelvuldig controles uit te voeren. Ondertussen kregen de restaurants stevige subsidies van de stad om uniforme terrassen te plaatsen. Dit leidde tot een tegenbeweging van jongeren en buurtbewoners, Free 54 genaamd, die ludieke bijeenkomsten organiseerde op St. Catherine om de openbare ruimte terug op te eisen. Uiteindelijk slaagde Lemesre erin haar beleid door te drukken met de belofte de lokale economie te helpen. Een politieke keuze van de stad om niet te luisteren naar de bezorgdheden van haar burgers. Vandaag, zeven jaar later, zijn zes van de zeven restaurants overgenomen door restaurantketens die met agressieve bedrijfsmodellen en grote sommen geld de lokale economie kapot concurreren. Blind vertrouwen in de toeristische economie heeft het openbare gebruik van het plein met de grond gelijk gemaakt. Sint-Katelijne staat symbool voor hoe het beleid ervoor zorgde dat velen van ons zich niet langer welkom voelen in de Brusselse openbare ruimte.

Oorspronkelijke tekst: Free54, « Reclaim what is public space »

7. Voetgangerszone: Toerisme in het stadscentrum

De oudere generatie zal zich nog herinneren hoe de "Pick-nick the Street"-demonstraties plaatsvonden op de Anspachlaan, tegenover de Beurs, in een tijd waarin auto's nog door het gebied reden. Deze demonstraties eisten herinrichting van een stadscentrum dat nog steeds werd beïnvloed door het auto-georiënteerde tijdperk van de jaren 1980. Sindsdien is een deel van de boulevard autovrij gemaakt en is de 'voetgangerszone' een vertrouwd beeld geworden voor de Brusselaars. Het stadsbestuur is hier zeer tevreden over en het is onmiskenbaar dat het veel aangenamer is om door het centrum te wandelen dan tien jaar geleden. Echter, bij het rondlopen in het gebied zie je het resultaat van duidelijke politieke keuzes op het gebied van regionale planning. Deze zijn meer gericht zijn op het bedienen van toeristen en investeerders dan op het voorzien in de behoeften van de lokale bevolking. Terwijl winkelcentra en fastfoodketens hun intrede doen, nemen projectontwikkelaars hun deel van de koek (bijna een miljard euro geïnvesteerd in het hele gebied): renovatie van het Muntcentrum (het Mint-project van AG Real Estate en het Oxy-project van Immobel), het Brouck-project van Immobel en BPI Real Estate, Brussel Beer World aan de Beurs (een gebouw eigendom van de Stad Brussel en grotendeels gefinancierd met overheidsmiddelen ten gunste van de Federatie van Belgische Brouwers) en The Dome in de voormalige kantoren van Actiris (VDD Project Development), de herontwikkeling van Hôtel Continental, enzovoort. Deze projecten bieden ruimte aan winkels, hotels, kantoren, enz. Wat huisvesting betreft, ligt de nadruk vooral op het hogere segment van de markt: er wordt niets gedaan om te voldoen aan de schreeuwende behoefte aan betaalbare woningen in Brussel. Het aandeel sociale woningen in dit gebied was al kritisch laag (2,43% in 2019 tegenover 7% in het Brussels Gewest) en neemt nu alleen maar af. Een ander visueel teken van de voorrang die wordt gegeven aan toerisme boven het dagelijkse gebruik door de bewoners, is de zeer kale stijl van de pleinen, ontworpen om plaats te maken voor grote toeristische evenementen (Plaisirs d'Hiver, Brussels Summer Festival). Politieke evenementen hebben echter nog steeds geen plaats gevonden in deze centrale as. De oorspronkelijke route van onze optocht zou door de voetgangerszone lopen, maar de toestemming werd geweigerd met het argument dat het "gereserveerd was voor vrije tijd en toerisme, niet voor politiek"…

Is het te laat om de voetgangerszone te 'redden'? Het verlenen van vergunningen, beslissingen over grondgebruik en stedenbouw blijven in handen van politici. Voor het ARAU "moet dit deel van de stad een echt 'stuk stad' worden, bewoonbaar en bewoond. De 'ingrediënten van het recept' om dit te bereiken zijn bekend: een mix van functies (woningen, winkels, openbare voorzieningen, enz.) en sociale mix (betaalbare woningen, buurtwinkels), een garantie voor meervoudig gebruik van de openbare ruimte, een gezonde omgeving... kortom, toegang voor iedereen tot alle functies en 'diensten' die de stad te bieden heeft. Dit betekent niet dat de wijk(en) niet centraal staan: bovenlokale functies en activiteiten (cultureel, commercieel, toeristisch, ...) hebben er natuurlijk hun plaats, zolang ze de belangen van de bewoners niet naar de achtergrond dringen".

Bron: ARAU, Analyse: « Le Piétonnier, et maintenant? »

Voor meer informatie:

8. Het Brussels Parlement (verderop in de Lombardstraat): Huisvestingsbeleid in Brussel

In België valt huisvesting voornamelijk onder de regionale bevoegdheid. Het zijn de ordonanties en beleidsmaatregelen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG) die van kracht zijn, hoewel gemeenten ook een belangrijke rol spelen bij de uitvoering van het recht op huisvesting (bestrijding van ongezonde en leegstaande woningen, verlening van stedenbouwkundige vergunningen, beheer van het OCMW, enz.). Het huisvestingsbeleid in Brussel draait sinds de oprichting van het BHG in 1989 om twee soms tegengestelde doelen: het waarborgen van het recht op degelijke en betaalbare huisvesting voor iedereen, zoals vastgelegd in de Grondwet; en het aantrekken en behouden van de midden-/bovenklasse in de stad om voldoende belastinginkomsten te genereren voor de financiering van haar beleid. Huisvesting is een bijzonder uitdagende kwestie in Brussel: met een groeiende en verarmende bevolking, ongeveer 2/3 van de inwoners als huurder, en voortdurend stijgende huurprijzen, heerst er al zo'n vijftien jaar een "huisvestingscrisis". Het aanbod van sociale woningen, dat de mensen in de meest precaire omstandigheden in staat stelt om binnen hun middelen te wonen (ongeveer 7% van de huurmarkt), is te beperkt om aan de behoeften van de inwoners te voldoen: ongeveer 50% van de bevolking komt in aanmerking om er toegang toe te krijgen. Na bijna drie decennia van desinvestering in het sociale woningbestand, zijn er nieuwe constructies gepland in opeenvolgende plannen sinds het begin van de jaren 2000 (Regionaal huisvestingsplan in 2004, Huisvestingsalliantie in 2013, Noodplan huisvesting in 2020). Deze ambitieuze plannen kampen echter met tal van vertragingen, en vandaag de dag staan nog steeds 56.000 huishoudens op de wachtlijst. Er zijn ook compenserende maatregelen genomen om het gebrek aan sociale huisvesting aan te pakken, zoals huurtoelagen of de oprichting van het systeem van Sociale Huisvestingsmaatschappijen (die private woningen ter beschikking stellen van sociale uitkeringstrekkers). Hoewel deze maatregelen de druk enigszins verlichten, vormen ze toch een lek van subsidies naar de private sector en waarborgen ze niet de duurzaamheid van het publieke grondbezit.

Tegelijkertijd zijn er de afgelopen 30 jaar tal van maatregelen genomen om de middenklasse in de stad te behouden: vermindering van de registratierechten bij de aankoop van een woning, leningen verstrekt door het Woningfonds, gesubsidieerde toegang tot eigendom via CityDev, renovatiepremies, enz. Ondanks aanzienlijke investeringen tonen verschillende studies aan dat de meer mobiele middenklasse zich niet zo gemakkelijk in Brussel vestigt. Opnieuw zijn deze maatregelen een directe overdracht van publieke gelden naar private eigenaren, die in sommige gevallen vervolgens een persoonlijk inkomen kunnen halen uit de verhuur of verkoop van hun woning. Daarom kan men zich afvragen naar de doeltreffendheid, maar vooral de rechtvaardigheid van deze maatregelen.

In deze pre-electorale periode roept de Housing Action Day op tot een erkenning van de behoeften van de inwoners van Brussel door de regionale autoriteiten, in plaats van te focussen op het aantrekken van kapitaal. Deze behoeften moeten het uitgangspunt vormen van het huisvestings- en stedelijke ontwikkelingsbeleid. Een antwoord hierop vereist met name de massale creatie van sociale woningen en onmiddellijke verlaging van de huurprijzen.

Voor meer informatie: